Menu Sluiten

Nieuws

Zij waren eerst

Linnaeus’ vader had geen familienaam. Dat was in het Zweden van de achttiende eeuw niet ongebruikelijk. Toen de jonge Carl geneeskunde ging studeren werd het tijd voor een achternaam. Bij het ouderlijk huis stond een grote lindeboom. Carl verlatiniseerde de Zweedse naam en droeg de rest van zijn leven de naam Linnaeus. Hij maakte er zijn levenswerk van om de natuurlijke wereld van een
indeling en namen te voorzien. In het Latijn, want dat was in die tijd de voertaal in de wetenschappelijke wereld. Linneaus’ verdeelde de natuur in de drie rijken van planten, dieren en mineralen. Een mooi begin waar sindsdien op voortgebouwd wordt.

Na de rijken volgen klassen, ordes, geslachten en de soorten. De soorten kregen allemaal twee namen, waarmee het eenvoudig mogelijk werd eindeloos onderscheidingen aan te brengen. Linneaus bouwde zo al tijdens zijn leven een indrukwekkende taxanomie op. Slimme jongen die Carl!

De natuurlijke wereld blijkt toch knap ingewikkeld te zijn. Aan Linneaus’ indeling wordt voortdurend gesleuteld. Er werden zelfs geheel nieuwe rijken toegevoegd. Dat van de schimmels bijvoorbeeld. Werden die eerst nog behandeld als een soort primitieve planten, gaandeweg werd duidelijk dat schimmels plant noch dier zijn. Veel schimmels zijn ook bepaald niet primitief. Zij waren wel eerder dan plant en dier. Op het droge bedoel ik. Ooit waren schimmels alleenheerser op aarde. Terwijl de planten in de oersoep nog druk bezig waren om tot een wat hogere vorm van interne organisatie te komen, verlieten schimmels de wateren. Zij vormden op de onbewoonde kale rotsen van de landmassa een soort matten, die bij gebrek aan levend voedsel de rotsen zelf verorberden. De mineralen in de kale rots werden afgebroken en tot bouwsteen voor het zwamlichaam gemaakt. Dat was destijds een geslaagd experiment. Toen ook de planten zich voorzichtig op het droge waagden, hadden de schimmels de aarde al gekoloniseerd. Overal waren hun manshoge groeisels te zien. Stel je zo’n wereld eens voor!

We hebben het over de vroegste tijden van de vroege tijden. Tijden die tijden duurden. Wij mensen bestaan zo’n twee miljoen jaar bestaan. Een korte periode vergeleken met die eindelose aeonen. Een lange periode waarin de natuur op ongekende schaal experimenteerde met vorm en inhoud van het leven. Van sommige experimentele uitkomsten kennen we enkel fossielen, die we nu niet eens goed begrijpen. Het was in ieder geval niet allemaal zonlicht, zuurstof en koolstof wat de klok sloeg. Wat we wel kennen en beter begrijpen is een wereld met daarin onderhand zeven rijken. Waaronder die van ons, het rijk der dieren, en dat van de schimmels. Het is goed om nog eens stil te staan bij de gedachte dat die schimmels er eerder waren dan wij dieren. Besef dan ook dat ze tot 85% van hun DNA met ons gemeen hebben. Schimmels hebben last van dezelfde virussen en bacteriën als dieren en dus ook mensen. Maar fungussen hebben eindeloos meer tijd gehad om zich daartegen te wapenen. Ook daarom kunnen schimmels de mensheid redden. Hun oeroude biologische wapens kunnen ook onze medicijnen zijn.

Geplaatst in Zwamverhalen